Een helen troost...
September 23, 2014
Troost.
Je kunt er zo naar verlangen op momenten waarop het leven je zwaar
valt: als een geliefde is overleden, als het gebrek aan gezondheid je
beperkt in je dagelijkse doen en laten, als ziekte je onbarmhartig
confronteert met je eindigheid, als je gevoel van basisveiligheid wordt
aangetast, als je wordt buitengesloten of wanneer je je eenzaam voelt of
terneergeslagen.
Job (uit het gelijknamige
Bijbelboek) snakte ernaar, toen zijn bron van inkomsten, zijn kinderen
en zijn gezondheid hem waren ontnomen. Zijn vrienden bleven zeven dagen
en nachten in stilte bij hem, maar toen zij begonnen te spreken bleken
hun woorden allesbehalve troostrijk. Wanhopig roept Job uit: "Luister toch eindelijk eens naar mij, gun me tenminste de troost". Ook de schrijver van psalm 69 verlangt zo naar troost: "Smaad heeft mijn hart gebroken, ik ben radeloos, ik hoopte op mededogen - vergeefs; op troost - die ik niet vond."
Een onbeantwoord
verlangen naar troost, of een antwoord dat - goedbedoeld - jou als
troostvrager alsnog geen recht doet, kan radeloos maken. Want als een
ander jouw pijn uit de weg gaat, bijvoorbeeld door vooral met redenen of
oplossingen te komen, de positieve kant van jouw situatie wil
benadrukken, of wanneer de ander jouw verdriet aangrijpt om de aandacht
op zichzelf te richten, dan blijft je pijn ongezien. Dan zijn zijn of
haar woorden van troost vooral een hele schrale troost.
Maar aan de andere kant
kun je de vraag stellen: is het wel mogelijk om een ander te troosten?
Troost is immers geen pakketje dat één op één kan worden uitgewissseld.
Je kunt niet zeggen: "Nu moet het beter met je gaan, want ik heb je troost gegeven".
En toch kan het contact
met een ander troostend voor je zijn. Dat kan bij mensen die zichzelf
even tussen haakjes kunnen zetten en jou met hun warme aandacht een
deken geven, waarin je je kan hullen. Dat kan als mensen bereid zijn jou
werkelijk te zien en te horen. Dat kan wanneer ze de donkergekraste
bladzijde in jouw levensboek niet gelijk willen uitgummen, maar er in
alle rust, samen met jou, naar willen kijken.
Een troostrijk Bijbels beeld is dat al je tranen worden gezien. Psalm 56:9 zegt het zo mooi: "Doe mijn tranen in uw kruik". Volgens
de Joodse traditie bewaart God alle tranen. In de nieuwe tijd zullen ze
worden getransformeerd tot frisse dauw, die leven geeft.
Troost is iets ongrijpbaars. Je kunt het een ander
niet geven vanuit jouw wil en dat kan een machteloos gevoel geven.
Maar er is tegelijkertijd ook veel dat je wel kunt doen: je kunt je hart
openstellen en hopen dat het wonder van de troost vanuit de overzij
haar werk doet.
De titel van mijn nieuwe gedichtenboek in de streektaal: 'Een helen troost...' mag in dat licht worden gezien. Het is vooral een verlangen om - met de woorden van Etty Hillesum - "een pleister op vele wonden te willen zijn". Het is de hoop om een klein schakeltje te kunnen zijn in dat ongrijpbare, wonderlijke gebeuren dat 'troost' heet.
Netty Hengeveld
Geen opmerkingen:
Een reactie posten